Skip to content

2.3 Structureren

Basisbegrip 9: Propositie

Basisbegrip 10: Redeneringen identificeren in de tekst

Basisbegrip 11: Stellingen identificeren

Basisbegrip 12: Indicatoren

Basisbegrip 13: Indicatoren – voorbeelden

Basisbegrip 14: Beweringen verfijnen

links

Basisbegrip 9: Propositie

Wat is een propositie? Daar wordt al heel lang een filosofische discussie over gehouden (1), maar voor ons geldt:

  • Een propositie is een gedachte waarvan bepaald kan worden of die waar of onwaar is.

Voorbeelden

Tabel maken! Tabel in oude NL online is niet goed

Noten nummers zijn gewijzigd, beginnen met 1

Gedachte Propositie Waar or onwaar?

De aarde draait om de zon.

Ja Waar

’s Winters is het warmer dan ’s zomers.

Ja Onwaar

draait

Nee Geen van beide

Een gedachte als deze kan niet in zijn eentje waar of onwaar zijn. Hij kan echter wel in combinatie met andere gedachten een propositie vormen (bijvoorbeeld de eerstgenoemde propositie hierboven).

broeikaseffect

Nee Geen van beide

Ook deze gedachte is niet genoeg ‘ingevuld’ om als propositie te gelden. Het is eerder een fragment van een gedachte.

De laatste stelling van Fermat

Ligt eraan

De gedachte ‘de laatste stelling van Fermat’ drukt niets uit. Het is een gedachte óver een stelling, namelijk eentje van Fermat, en wel zijn laatste. Die stelling zelf (hoe luidt die? ken je die?) is wel een echte propositie, en bovendien waar. (2)

Ik ben hier.

Ja Waar

Dit is wat ook wel een noodzakelijke waarheid wordt genoemd. Het maakt niet uit wie deze gedachte heeft, hij is altijd waar.

Wil je een kopje thee?

Nee Geen van beide

Op deze gedachte verwacht je weliswaar een antwoord dat waar of onwaar is, maar de gedachte zelf is geen van beide.

Kleurloze groene ideeën slapen woedend.

Nee Geen van beide

Deze gedachte is onzin (naar men aanneemt). (Chomsky, 1957)

Zoals uit de voorbeelden hierboven blijkt, bestaat er een nauwe samenhang tussen proposities en grammaticale zinnen van een gewone taal zoals het Nederlands. Iedere propositie komt overeen met een grammaticale zin, hoewel niet iedere grammaticale zin een propositie uitdrukt. Zinnen die een propositie uitdrukken worden ook wel stellende zinnen genoemd.


(1): Zie: http://plato.stanford.edu/entries/propositions

(2) Zie: http://mathworld.wolfram.com/FermatsLastTheorem.html

Basisbegrip 10: Redeneringen identificeren in de tekst

Redeneringen worden vrijwel altijd gepresenteerd in de vorm van tekst, dat wil zeggen een stroom van gesproken of geschreven woorden en zinnen. Iemand die de tekst hoort of leest zal moeten bepalen welke redenering daarin wordt gevolgd:

  • Redeneringen identificeren in een tekst komt neer op het opsporen en duidelijk omschrijven wat die redeneringen zijn.

Opsporen
Met het opsporen van de redenering bedoelen we exact aangeven waar in de tekst deze zich bevindt en welke delen van de tekst wel of geen onderdeel zijn van de redenering. Bij eenvoudige redeneringen in korte teksten is dat vaak niet zo moeilijk. Maar redeneringen zijn meestal complex en in teksten vaak gecombineerd met ander materiaal, waardoor ze niet altijd even eenvoudig op te sporen zijn.

Omschrijven
Weten wáár een redenering zich bevindt is één ding, maar precies weten wát deze redenering inhoudt is een tweede. Daarom bestaat het tweede onderdeel van de identificatie uit het ‘in je eigen woorden’ uitleggen wat de auteur betoogt. Met andere woorden, de redenering moet worden weergegeven:

  • in zijn geheel,
  • helder en slechts voor één uitleg vatbaar, en
  • correct (dat wil zeggen, trouw aan de redenering zoals die in de tekst te vinden is).

In het ideale geval levert dat de standaardvorm van de redenering op. Aangezien een goed redeneerschema de redenering in volledige en duidelijke vorm bevat, kan het omschrijven van de redenering worden beschouwd als het maken van een overzicht van de geschreven redenering in tekst.

Een uitdagende opgave
Het identificeren van redeneringen is vaak geen eenvoudige opgave, want:

  • De auteur van de tekst is vaak niet goed in redeneren, begrijpt de redenering überhaupt maar gebrekkig of kan geen goede betogende teksten produceren.
  • De tekst probeert in het algemeen meer over te brengen dan alleen de redenering, waardoor het extra materiaal vermengd raakt met de redenering.
  • Een auteur kan proberen zijn publiek te overtuigen door vals te spelen, bijvoorbeeld door te vertrouwen op retorische trucjes in plaats van een helder uiteengezette redenering.
  • Als gevolg van de kenmerkende structuur van complexe redeneringen valt het niet mee om deze helder te formuleren en tegelijk een natuurlijke, prettig leesbare tekst te produceren.

Top-down-benadering
Aangezien het identificeren van redeneringen geen eenvoudige opgave is, is het nuttig om daarbij zorgvuldig en systematisch te werk te gaan. Zo’n systematische benadering is de ‘top-down’-benadering. Daarbij probeer je eerst de hoofdstelling te identificeren: de belangrijkste stelling die wordt verdedigd of aangevallen. Daarna worden in de tekst de redenen en bezwaren opgespoord die daarop betrekking hebben, waarna deze helder worden verwoord. Tot slot worden de redenen of bezwaren die daarop weer betrekking hebben op dezelfde manier geïdentificeerd. Dit proces wordt net zo vaak herhaald als nodig is.

Bottom-up-benadering (legpuzzelbenadering)
Je kunt echter ook de andere kant op werken, door eerst alle beweringen uit de tekst te halen die deel lijken uit te maken van de redenering en deze vervolgens in een grotere structuur onder te brengen. Dat heeft wel wat weg van een legpuzzel, waarbij twee stukjes passen als ze bij elkaar horen. Daarbij dien je wel rekening te houden met het feit dat de meeste auteurs veel van de beweringen die deel uitmaken van hun redenering niet expliciet maken, zodat mogelijk niet alle stukjes van de puzzel te vinden zullen zijn. Daarnaast zullen niet altijd alle stukjes daadwerkelijk deel uitmaken van de puzzel.

Zie ook: Basisbegrip Redenering

link

Basisbegrip 11: Stellingen identificeren

Een stelling is een bewering waarvoor (of waartegen) redenen worden gegeven, met andere woorden een bewering waarop ten minste één reden of bezwaar van toepassing is.
Als iemand in een tekst een redenering presenteert, is het aan de luisteraar of lezer om uit te zoeken wat die redenering is. De eerste en belangrijkste stap daarbij bestaat uit het bepalen wat de stelling is.

  • Een stelling identificeren betekent een betogende tekst interpreteren om uit te zoeken welke bewering van de auteur functioneert als stelling, dat wil zeggen, voor (of tegen) welke bewering het betoog wordt gehouden.

Het identificeren van stellingen is een vaardigheid die je goed kunt leren door te oefenen.

Hoofdstellingen identificeren*
De hoofdstelling van een samengestelde redenering is een stelling die zelf geen deel uitmaakt van een reden of bezwaar; deze hoort helemaal boven in het schema van de redenering thuis.

In een betogende tekst is de hoofdstelling meestal datgene waarvan de auteur je wilt overtuigen en waar alle redeneringen op gericht zijn. De hoofdstelling vormt het antwoord op vragen zoals:

  • Waarom vertelt de auteur mij dit?
  • Waarvan probeert de auteur me te overtuigen?
  • Waar is het betoog van de auteur het sterkst op of tegen gericht?

Een betogende tekst kan meerdere zeer verschillende samengestelde redeneringen bevatten. In dat geval zijn er meerdere hoofdstellingen en een groot aantal ondergeschikte stellingen.

Richtlijnen voor het identificeren van hoofdstellingen
Vaak voelen we al aan wat de hoofdstellingen zijn, zonder precies te weten hoe we daaraan komen. Maar soms is het minder eenvoudig. We worden snel afgeleid door interessante, nieuwe of schokkende beweringen, maar die zijn niet per se de hoofdstelling van de auteur.

Hier volgt een aantal richtlijnen voor het identificeren van hoofdstellingen:

  1. Kijk naar de titel. De titel moet het eerste zijn waarnaar je kijkt. Het zou je verbazen hoeveel mensen de titel gewoon overslaan. Auteurs helpen ons soms door meteen duidelijk te maken wat hun stelling zal zijn. Maar pas op: de titel is niet altijd afkomstig van de auteur. De koppen in een krant worden bijvoorbeeld meestal geschreven door de redactie, waardoor de hoofdstelling van de auteur vertekend kan worden.

  2. Kijk naar indicatoren van stellingen. Indicatoren zijn woorden die in de tekst dienst doen als richtingaanwijzers. Indicatoren van stellingen zijn woorden in de trant van ‘daarom’. Soms gebruikt een auteur een uitgebreide formule om de hoofdstelling in te leiden, bijvoorbeeld: ‘Uiteindelijk komt het erop neer dat…’

  3. Kijk goed naar de plaats. Hoofdstellingen worden vaak (maar niet altijd!) genoemd aan het begin of einde van een stuk tekst. De hoofdstelling wordt vaak expliciet vermeld in een inleidend of afsluitend stuk tekst. Binnen een paragraaf of alinea staan de stellingen meestal aan het begin of aan het eind.

  4. Is dat echt wel zo?’ Een stelling is vaak een controversiële, belangrijke of revolutionaire bewering, in ieder geval meestal meer dan de premissen. Een redenering is er meestal op gericht ons ertoe te brengen een controversiële of betwiste bewering te accepteren of af te wijzen. Anders zou er geen aanleiding zijn voor een redenering. Om iemand ertoe te brengen een stelling te accepteren moeten we uitgaan van een serie logische gevolgtrekkingen uit premissen die over het algemeen voor waar worden aangenomen, die uiteindelijk leidt tot een belangrijke stelling die men anders niet zou geloven. Daarom is de hoofdstelling vaak controversiëler of radicaler dan de premissen.

  5. Context. De context biedt talrijke aanwijzingen omtrent de hoofdstelling. Neem de context waarin de tekst is geproduceerd in overweging en stel daarbij vragen zoals:
    • Wie (en wat) is de auteur?
    • Welke doelen heeft de auteur?
    • Waar ben ik de tekst tegengekomen? Wat kan ik in deze context verwachten?

  6. Wat impliceert wat? Uiteindelijk gaat er niets boven een goed begrip van de tekst. Een belangrijke vraag daarbij is welke beweringen bewijs vormen voor welke andere beweringen (of als zodanig kunnen worden beschouwd). Neem de beweringen één voor één in overweging en stel jezelf de vraag of de tekst je redenen geeft om die bewering te geloven. Als het antwoord ‘ja’ luidt, is de bewering een stelling (de stelling van een redenering in de tekst), hoewel niet per se de hoofdstelling. Om te bepalen of een bewering de hoofdstelling is, moeten we vaststellen of deze in de tekst wordt gebruikt om een andere bewering te ondersteunen, met andere woorden, of een andere bewering afhankelijk is van de vraag of de bewering in kwestie waar is of niet. Als het antwoord daarop ‘nee’ luidt, heb je waarschijnlijk de hoofdstelling te pakken.

Verborgen stellingen
Soms wordt de hoofdstelling van een tekst nergens expliciet verwoord. Dat is met name het geval als er nog een debat gaande is over een bepaalde kwestie, of als de redenering wordt gepresenteerd in een context waarin iedereen deze naar verwachting zal kunnen volgen. Een auteur kan eventueel ook een aantal redenen geven en zeggen: ‘Trek nu zelf maar de conclusie.’

Basisbegrip 12: Indicatoren

Redeneringen hebben meestal de vorm van een woordenstroom. Soms wordt deze uitgesproken, en soms wordt hij opgeschreven (bijvoorbeeld in de vorm van een brief, betoog of verslag). Het is de bedoeling dat de redenering van één persoon (de ‘auteur’) wordt overgedragen op anderen (het ‘publiek’), waarbij woorden worden gebruikt als communicatiemiddel. De uitdaging voor het publiek zit hem in het vaststellen van de redenering in de woordenstroom. Met andere woorden, het publiek moet de beweringen er uit kunnen pikken en zien hoe deze een samenhangende redenering vormen. Dat is niet eenvoudig, zeker niet als het om een samengestelde redenering gaat.

Gelukkig kunnen auteurs het hun publiek een stuk eenvoudiger maken door wat ze zeggen of schrijven te voorzien van kleine hulpwoorden of -woordgroepen die de structuur van de redenering expliciet maken. Zulke logische wegwijzers worden de structuurindicatoren van de redenering genoemd, of kortweg indicatoren.

  • Een (redeneringstructuur)indicator is een woord of woordgroep in een betogende tekst die het publiek helpt om de structuur van de redenering te doorzien.

Voorbeeld

Het onderstaande is een typisch voorbeeld van een betogende tekst:

Afgestudeerden kunnen succesvolle bedrijven beginnen. De drie grootste spelers op internet zijn momenteel Yahoo!, Google en Microsoft. Gemiddelde leeftijd van de oprichters: 24. En als een afgestudeerde zoiets kan, waarom een student dan niet?

Merk op dat de auteur, zoals wel vaker het geval is, geen indicatoren heeft ingebouwd van de structuur van zijn redenering. Hier is een herschreven versie, voorzien van indicatoren:

De drie grootste spelers op internet zijn momenteel Yahoo, Google en Microsoft. Gemiddelde leeftijd van de oprichters: 24. Daaruit blijkt dat afgestudeerden succesvolle bedrijven kunnen beginnen. Dus moeten ook studenten in staat zijn om een succesvol bedrijf te beginnen.

De herschreven versie is wat uitgebreider, maar maakt de structuur van de redenering wel duidelijker.

Verschillende soorten indicatoren
Er zijn tientallen woorden en woordcombinaties die regelmatig als indicator worden gebruikt. Vaak worden indicatoren ingedeeld naar hetgeen waarnaar ze verwijzen, dat wil zeggen dat wat er direct op volgt. Hier is een selectie klassieke indicatoren voor de structuur van een redenering:

TABEL

Indicatoren die een reden aangeven:

Indicatoren die een bezwaar aangeven:

Indicatoren die een stelling aangeven:

omdat…

zo blijkt uit...

want…

aangezien…

doordat…

gezien het feit dat…

hoewel…

maar…

echter…

daarom… vandaar… bewijst... impliceert… laat zien… bijgevolg… bewijst… kunnen we afleiden…

Indicatoren zijn aanwijzingen
Indicatoren kunnen het best worden beschouwd als aanwijzingen omtrent de structuur van een redenering. Sommige (bijvoorbeeld ‘hetgeen bewijst dat’) zijn zeer betrouwbaar. Andere zijn wat minder eenduidig: ze geven weliswaar de structuur van de redenering aan, maar kunnen tegelijk een heel andere functie vervullen. De klassieke indicator omdat is daar een mooi voorbeeld van – vaak verwijst dat woord namelijk niet naar een reden, maar naar een verklaring.

Gebrek aan indicatoren voor co-premissen
Het is opvallend dat er, hoewel er tientallen indicatoren bestaan om redenen en stellingen aan te geven, er vrijwel geen woorden of woordgroepen zijn die veel worden gebruikt om aan te geven dat twee beweringen co-premissen zijn. Het woord ‘en’ wordt vaak gebruikt, maar dat heeft nog talloze andere betekenissen. Er is een sterk ontwikkelde intuïtie voor de samenhang tussen redeneringen voor nodig om het verband tussen co-premissen in een betogende tekst te kunnen zien.

Zie ook: Basisbegrippen Redeneringen identificeren, Schakelprincipe en Afleidingsbezwaar

link

Basisbegrip 13: Indicatoren – voorbeelden

Indicatoren die een reden aangeven:

TABEL

want…

Ze moet al naar huis zijn, want haar auto staat er niet meer. Men moet ervan uitgaan dat Al-Qaeda geen nucleaire of biologische wapens heeft, want als ze die wel hadden, hadden ze die inmiddels wel gebruikt.

Hierbij moet worden opgemerkt dat ‘want’ niet altijd een reden aangeeft. Soms wordt er een verklaring mee aangegeven, zoals: Ze ging naar huis, want ze was moe.

zo blijkt uit...

Ze geeft niets om mij, zo blijkt uit haar onbeschofte gedrag.

De viswijzer is achterhaald, zo blijkt uit het feit dat kabeljauw uit de Barentszzee nog steeds als tweede keus genoemd wordt.

Uit het kleine aantal inschrijvingen blijkt dat de wedstrijd niet erg populair is.

komt naar voren…

Deze schilder heeft een klassieke opleiding gehad. Dat komt naar voren uit de manier waarop hij zijn compositie maakt.

kan worden afgeleid uit...

Dat Peter getrouwd is kan worden afgeleid uit het feit dat hij een trouwring draagt.

aangezien…

Die taxichauffeur moet met voorbedachten rade zijn vermoord, aangezien mensen in Amsterdam normaal gesproken geen vuurwapen bij zich hebben.

in het licht van…

In het licht van het feit dat alleen hij toegang had tot de kluis, moet de beveiligingsmedewerker de diamanten gestolen hebben. In het licht van het feit dat de natiestaat een moderne uitvinding is, is het belachelijk om het te hebben over Grieken en Turken in 700 v.Chr.

daar…

Mijn auto is betrouwbaar, daar hij nog geen drie maanden oud is.

Natuurlijk heeft ‘daar’ ook nog een heel andere betekenis, namelijk van plaats: Mijn auto is betrouwbaar, daar staat hij.

Nog een voorbeeld: Daar je vegetariër bent, kun je deze pastei maar beter laten staan. Vergelijk: Daar zijn ze vegetariër en eten ze geen pastei.

omdat...

Hij kan om 6.45 uur niet geschoten hebben, omdat hij om 5.15 uur al dood was.

Indicatoren die een bezwaar aangeven:

Tabel

maar…

Je zou kunnen veronderstellen dat Shakespeare een Italiaan was, maar je hoeft geen Italiaan te zijn om over Italië te schrijven.

hoewel…

Hoewel de oudste ons bekende fossielen van organismen die van oceaanbewoners zijn, is het leven wellicht ontstaan in plassen zoet water.

Indicatoren die een stelling aangeven:

TABEL

daarom…

Destijds was ze in Rome. Daarom kan ze het huis in Londen niet in brand hebben gestoken.

geeft aan…

Jan de Vries’ betiteling van onze activiteiten in Maastricht als een geval van ‘je met andermans zaken bemoeien’ geeft aan dat hij er geen idee van heeft wat deze opoffering voor steeds meer gewone Limburgers betekent.

uit ... blijkt…

Uit de grove uitlatingen over zijn moeder in zijn dagboek blijkt dat hij haar wilde vermoorden.

impliceert…

Haar stilzwijgen impliceert dat ze meer weet dan ze wil toegeven.

rechtvaardigt…

Het feit dat onze meetapparatuur niets geeft opgevangen rechtvaardigt de uitspraak dat het spook is verzonnen.

wijst erop…

Peters verhoging wijst erop dat hij een virusinfectie heeft.

betekent…

Dat er nog altijd zoveel ongevallen worden veroorzaakt door beschonken bestuurders betekent dat de campagne tegen dronken achter het stuur kruipen een mislukking is.

lijkt erop te wijzen...

Het resultaat van langdurige klinische tests lijkt erop te wijzen dat deze stof kankerverwekkend is.

bijgevolg…

Volgens onze gegevens is hij om 5.15 uur overleden; bijgevolg kan hij het schot om 6.45 uur niet hebben afgevuurd.

dus…

Marieke heeft meer ervaring dan Maaike, dus kun je maar beter háár raad opvolgen.

vandaar...

De steekproef is te klein, vandaar dat de resultaten niet statistisch betrouwbaar zijn.

zodoende…

De meeste mensen weten niets van politiek; zodoende is democratie een afkeurenswaardige staatsvorm.

bewijst…

Op deze beelden bent u duidelijk in een levendig gesprek met de burgemeester verwikkeld, wat bewijst dat u loog toen u zei hem niet te kennen.

maak ik op…

Uit het feit dat Piet de vergadering voorzit maak ik op dat Karel zijn ontslag als voorzitter heeft ingediend.

afleiden…

Uit de kleur van dit lakmoespapier kunnen we afleiden dat deze stof zuur is.

volgt daaruit…

Zodra we weten dat elk specifiek type systeem iedere cellulaire automaat kan emuleren, volgt daaruit dat er universele voorbeelden van een dergelijk type systeem moeten bestaan.

Zie ook: Basisbegrip Indicatoren

link

Basisbegrip 14: Beweringen verfijnen

Wat is een bewering verfijnen?
Wie een huis bouwt, heeft goede stenen nodig, die goed van vorm zijn en niet afbrokkelen. Zo is dat met redeneringen ook. Bedenk dat beweringen de bouwstenen van redeneringen zijn. Een betrouwbare redenering vraagt om heldere, betrouwbare beweringen.

Helaas formuleren mensen hun beweringen vaak slecht wanneer ze hun redenering proberen over te brengen. Om te doorzien hoe hun beweringen in elkaar steken – met andere woorden, deze te evalueren – moet je hun beweringen mogelijk verfijnen totdat ze duidelijk en welomschreven zijn.

  • Een bewering verfijnen betekent deze herformuleren totdat ze duidelijk en welomschreven genoeg is om de redenering te kunnen analyseren en evalueren.

Hoe verfijn je een bewering?
Om serieus kritisch ergens over te kunnen denken, moeten de betreffende beweringen mogelijk op verschillende punten worden verbeterd. Hieronder volgen zeven richtlijnen voor het verfijnen van beweringen.

In het ideale geval is een bewering

  1. Stellend – bestaande uit één stellende zin.
  2. Enkelvoudig – bestaande uit slechts één bewering.
  3. Letterlijk – geen beeldspraak.
  4. Nauwkeurig – zodat ze slechts in een beperkt aantal gevallen waar is.
  5. Beknopt – zonder overtollige woorden of woordgroepen.
  6. Eenduidig – zonder problematische andere betekenissen.
  7. Emotioneel correct van toon – met de juiste mate van emotionaliteit gebracht.

Merk op dat beweringen de vorm van een zin hebben. Soms komt het verfijnen van een bewering domweg neer op het herschrijven van de zin waarin de bewering wordt gedaan in plaats van de bewering zelf.

Stellend
Zorg ervoor dat de bewering wordt uitgedrukt in de vorm van een welgevormde stellende zin.

  • Stellende zinnen zijn zinnen waarin we een uitspraak doen die waar of onwaar is.

Voorbeelden

Tabel

Bewering uitgedrukt in stellende zin

Opmerking

Is het ontbijt al klaar? Kook eens snel een eitje voor me!

Geen

Vragen en zinnen in de gebiedende wijs (opdrachten en instructies) zijn niet stellend; over het algemeen zijn ze geen bewering.

Willen wij soms een berg kernafval naast onze akkers?

Wij willen niet dat er kernafval wordt gestort in de buurt van onze akkers.

Retorische vragen drukken weliswaar een bewering uit, maar moeten worden geherformuleerd.

moet ontslag nemen

De minister van Justitie moet ontslag nemen.

Korte woordgroepen moeten worden uitgebreid tot volledige, stellende zinnen.

Pizza – modern, Amerikaans

Pizza is een modern Amerikaans gerecht.

Zorg ervoor dat de zin een volzin is.


Enkelvoudig
Herleid beweringen tot enkelvoudige beweringen. Daarmee bedoelen we:

  • Een enkelvoudige bewering bestaat uit slechts één bewering, dus slechts één gedachte die als waar wordt gepresenteerd. Een samengestelde bewering bevat meerdere afzonderlijke beweringen.

Dit is niet altijd even simpel, want sommige kennelijk samengestelde beweringen zijn in feite enkelvoudig, en andersom.

Voorbeelden

TABEL

Enkelvoudig of samengesteld?

Bewering(en)

Opmerking

Een belasting op goederen en diensten is niet meer van deze tijd en vormt een zware last voor het bedrijfsleven.

Samengesteld

Een dergelijke belasting is niet meer van deze tijd. Een dergelijke belasting vormt een zware last voor het bedrijfsleven.

Sommige beweringen bevatten meerdere afzonderlijke beweringen. Beweringen met het woordje ‘en’ erin zijn meestal samengesteld.

Liesbeth ging naar huis omdat ze zich schaamde.

Samengesteld

Liesbeth ging naar huis. Liesbeth schaamde zich. Liesbeths vertrek werd veroorzaakt door haar schaamtegevoel.

Soms bevat een bewering die enkelvoudig lijkt meerdere beweringen.

Als het regent wordt de wedstrijd afgelast.

*Enkelvoudig

Als het regent wordt de wedstrijd afgelast.

Beweringen met ‘als’ erin zijn enkelvoudig. Ze bevatten weliswaar twee stellingen, maar geen van beide wordt als waar gepresenteerd. Alleen het verband ertussen wordt geponeerd.

Hij is gek of hij liegt.

Enkelvoudig

Hij is gek of hij liegt.

Beweringen met ‘of’ zijn ook enkelvoudig, aangezien de stellingen waaruit deze bestaan niet individueel als waar worden gepresenteerd.

Hij is noch getrouwd, noch gescheiden.

Samengesteld

Hij is niet getrouwd. Hij is niet gescheiden.

Beweringen van de vorm ‘noch … noch …’ komen neer op ‘niet … en niet …’.


Letterlijk
Probeer de bewering zo letterlijk mogelijk te maken en beeldspraak te vermijden.

Voorbeelden

TABEL

Meer letterlijke vorm

Opmerking

Karl Kruszelnicki gooit alle astrologen op één hoop.

Karl Kruszelnicki behandelt alle astrologen alsof ze precies hetzelfde zijn.

De meer letterlijke vorm is minder kleurrijk, maar maakt de betekenis wel voor minder verschillende interpretaties vatbaar.

JERUZALEM – Afgelopen maandag zijn de vredesbesprekingen in het Midden-Oosten opnieuw op niets uitgelopen toen de gesprekken tussen Israëlische en Palestijnse kopstukken ontspoorden en tegen een viaduct aanknalden, waarna de resten nog urenlang nasmeulden totdat ze uiteindelijk onder het zand werden begraven.

JERUZALEM – Afgelopen maandag zijn de vredesbesprekingen in het Midden-Oosten opnieuw op niets uitgelopen toen de gesprekken tussen Israëlische en Palestijnse leiders mislukten.

Het is overigens onmogelijk om beeldspraak in zijn geheel te vermijden. Onze taal en manier van denken zitten vol beeldspraak. Letterlijkheid is een kwestie van gradatie. Het voornaamste is dat letterlijke taal de voorkeur krijgt boven beeldspraak.


Nauwkeurig
Zorg ervoor dat de bewering zo nauwkeurig mogelijk is.

  • Een bewering is nauwkeurig wanneer deze slechts in een beperkt aantal gevallen waar is.

Het tegenovergestelde van nauwkeurigheid is vaagheid.

Let op: het is meestal niet mogelijk of wenselijk om een bewering volkomen nauwkeurig te maken. De gewenste mate van nauwkeurigheid is afhankelijk van de situatie.

Voorbeelden

TABEL

Nauwkeuriger

Opmerking

Het is vandaag nogal warm.

De temperatuur ligt vandaag rond de 30 graden Celsius.

Afhankelijk van de plaats, het jaargetijde en de spreker kan de eerste bewering betrekking hebben op een groot aantal temperaturen. De nauwkeurigere versie is nog steeds vrij vaag, maar wel minder, en zal in de meeste gevallen volstaan.

Het Oostenrijkse leger heeft het Oostenrijkse volk nooit teleurgesteld.

Het Oostenrijkse leger heeft nog nooit een slag verloren. Het Oostenrijkse leger heeft altijd goed gepresteerd.

Bij het nauwkeuriger maken van een bewering is het eventueel nodig om een keuze te maken tussen diverse alternatieve interpretaties, die qua waarheidsgehalte kunnen verschillen. In dit geval komt de tweede bewering het dichtst bij de waarheid.


Beknopt
Zorg ervoor dat de zin waarin de bewering wordt uitgedrukt zo beknopt mogelijk is.

  • Een zin is beknopt wanneer deze geen overtollige woorden of woordgroepen bevat.

Voor onze doeleinden is een woord of woordgroep overtollig wanneer deze niet van belang is voor de redenering. Een woord of woordgroep kan best iets toevoegen (nadruk, leesbaarheid, achtergrondinformatie, enzovoort), maar als hij niet iets wezenlijks bijdraagt aan de redenering, moet hij weg.

Voorbeeld

TABEL

Beknopter

Opmerking

Hoe je het ook wendt of keert, het is overduidelijk dat een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen meer positieve gevolgen met zich mee zal brengen dan negatieve. [28 woorden]

Minder uitstoot van broeikasgassen zal meer positieve gevolgen hebben dan negatieve. [11 woorden]

De beknopte versie is veel korter. Sommige nuances uit de oorspronkelijke versie zijn verloren gegaan, maar het is niet waarschijnlijk dat die betrekking hadden op de redenering waarvan deze bewering deel uitmaakt.


Eenduidig
Zorg ervoor dat de zin waarin de bewering wordt gedaan eenduidig (= niet-ambigue) is.

  • Een woord, woordgroep of zin is eenduidig wanneer deze binnen een bepaalde context slechts één duidelijke betekenis heeft.

Eenduidigheid is sterk afhankelijk van de context. De betekenis van een zin wordt deels bepaald door de woorden en structuur van de zin zelf, en deels door de situatie waarin deze wordt geproduceerd.

TABEL

Ambigue bewering

Minder ambigue bewering(en)

Jacques schoot omhoog.

Jacques schoot met zijn geweer in de lucht. Jacques stond heel snel op.

Sars-virus in tranen gevonden [krantenkop]

Het Sars-virus is aangetroffen in traanvocht. Iemand heeft het Sars-virus huilend aangetroffen. [absurd]

Ambiguïteit en vaagheid lijken veel op elkaar, maar het verschil ertussen is belangrijk. Bij ambiguïteit zijn er meerdere betekenissen mogelijk, die echter elk op zich heel nauwkeurig kunnen zijn; bij vaagheid kan de bewering onder zeer uiteenlopende omstandigheden waar zijn. Zo is de zin ‘het is 39,45 graden’ bijvoorbeeld ambigu (want gaat het nu om graden Celsius of Fahrenheit?), maar beide betekenissen zijn desalniettemin erg precies.


Emotioneel correct van toon
Zorg ervoor dat de emotionele lading van de taal waarin de bewering wordt gedaan gepast is.

Voorbeelden

TABEL

Emotioneel correct

Opmerking

De leugenachtige praktijken van het bedrijf vernietigen de levens van de werknemers.

De oneerlijke handelswijze van het bedrijf zorgt voor lagere salarissen.

Een al te grote emotionele lading moet worden verwijderd.

Milities die de steun van Indonesië hebben, hebben genadeloos duizenden Oost-Timorezen afgeslacht.

Milities die de steun van Indonesië hebben, hebben genadeloos duizenden Oost-Timorezen afgeslacht.

Soms is een sterke emotionele lading gepast.

De aanvallen leidden tot persoonlijk letsel onder non-combattanten.

Bij de bomaanslag werden diverse burgers verwond of gedood.

Soms moet er emotionele lading worden toegevoegd. Vaak worden eufemismen gebruikt om een emotionele bijklank te voorkomen. Soms is dat terecht, maar soms worden er belangrijke dingen door verdoezeld. ‘Toen de Zuid-Soedanese rebellenleider John Garang de Veiligheidsraad van de VN probeerde uit te leggen waardoor de burgeroorlog in zijn land was veroorzaakt, zei hij dat men er niet in was geslaagd om “de diversiteit in de juiste banen te leiden”. Zo kun je het ook zeggen. Maar je kunt ook gewoon zeggen dat de door Arabieren gedomineerde regering in Khartoem massale moord- en verkrachtingspartijen heeft georganiseerd onder etnische groepen die worden verdacht van steun aan rebellen.’ (The Economist, 25 november 2004)